Wij verzorgen de klauwen van vee met behulp van twee volledig hydraulische klauwbekapboxen (type KVK 800-1). Dit systeem is afkomstig uit Denemarken.
Met deze bekapbox kunnen wij zeer snel en vakkundig grote koppels vee bekappen. Het geavanceerde hekwerk, welke eenvoudig op te bouwen is, zorgt ervoor dat dat koeien gemakkelijk en ongeforceerd in- en uitlopen. Rust in uw stal is hiermee gewaarborgd. De bekapbox maakt het mogelijk dat twee klauwbekappers tegelijkertijd één koe kunnen bekappen, dit verkort de verblijftijd van de koe in de box, waardoor minder stress ontstaat. Bovendien resulteert dit in een hoge capaciteit van wel 40 stuks vee per uur.
Bekijk ook de video over het systeem en onze werkwijze.
Wij bieden ook een jaarabonnement klauwverzorging aan. U wordt dan volledig ontzorgd op het gebied van de klauwgezondheid van uw veestapel. U betaald een vast bedrag per koe, wij komen hiervoor drie keer per jaar ( elke 4 maanden) de gehele koppel bekappen. Vanaf 20 km berekenen wij brandstofkosten.
Lees er alles over in onze folder.
Een goede registratie van aandoeningen kan helpen om meer inzicht te krijgen in het voorkomen van klauwaandoeningen op het bedrijf. Bovendien kunt u hiermee zien of uw genomen maatregelen effect hebben gehad.
Wij registreren ter plekke alle aandoeningen online. Na ons bezoek krijgt u via de mail een overzicht van alle behandelde koeien.
Chronische bevangenheid is een klauwhoornaandoening die zich uit in groeven aan de voorzijde van de klauwen en eventueel zelfs een knik in de voorzijde van de klauw. Als oorzaak voor deze aandoening moet men vooral denken aan een combinatie van voeding (veel bestendige koolhydraten) en/of (pens)verzuring en/of een ontsteking (mastitis, baarmoederontsteking) waarbij gifstoffen worden gevormd, die inwerken op de bloedvaten in de klauwwand. De aandoening komt vooral voor aan het begin van de lactatie bij dieren die extra structuur in het rantsoen nodig hebben. Dieren die vaker gekalfd hebben zijn gevoeliger voor chronische bevangenheid. Deze aandoening is te “behandelen” door de klauwen te bekappen.
Het voorkomen van dikke hakken is vaak een gevolg van een harde schurende boxbedekking. De bodem is veelal te hard en/of te ruw, waardoor eerst kaalheid ontstaat, gevolgd door verwonding en verdikking. Weidegang, diepgestrooide boxen en vrijloopstalling geven extra comfort ter voorkoming van hakbeschadigingen.
Mortellaro is een infectie van de huid op de overgang huid-hoorn en wordt het meest gezien in het balgebied tussen beide klauwen. De oorzaak van deze aandoening is een bacteriële infectie en wordt vooral gezien bij jonge melkkoeien gedurende 1-4 maanden na afkalven in combinatie met stinkpoot en/of tussenklauwontsteking, hogere producties (dunne mest), overbezetting, natte roosters etc. Regelmatig preventieve klauwverzorging, droge leefomgeving en niet te hard voeren, weidegang en een regelmatig gebruik van een voetbad helpen Mortellaro te voorkomen. Mortellaro kan worden behandeld met een antibioticum bevattende spray (o.a. CTC of Engemycine spray) en een koper en zinkchelaat bevattende preparaat (o.a. Hoof-fit).
Stinkpoot begint als een infectie van de tussenklauwhuid en geeft in een later stadium groeven en kloven in het hoorn van het balgebied. De naam stinkpoot komt van de stank die deze aandoening veroorzaakt. Op den duur kunnen complicaties optreden, zoals tylomen. Stinkpoot maakt de klauw gevoeliger voor andere infecties doordat de kloven in de huid de veroorzakers van de ziekte van Mortellaro een kans bieden om aan te slaan.
De oorzaak van deze aandoening is een bacteriële infectie en de uitgesproken gevallen worden vooral gezien bij oudere melkkoeien die langdurig binnen gehuisvest zijn (einde stalperiode). De belangrijkste preventieve maatregelen zijn hygiëne (schone, droge vloer en ligplaatsen) en regelmatig bekappen. In stallen met bijvoorbeeld een roosterschuif en goede ventilatie blijven de klauwen droger en worden ze harder en daarmee minder gevoelig voor infecties. Ook weidegang helpt bij het voorkomen van stinkpoot. Het behandelen van stinkpoot gebeurt in de eerste plaats door de klauw te bekappen (wegsnijden van overtollig hoorn). De volgende maatregel is een voetbad.
Teenpuntnecrose is een pijnlijke klauwaandoening, waarbij er veel variatie is in het stadium waarin de aandoening zich bevindt en waarbij nog veel onduidelijk is om tijdig de diagnose te stellen. In het beginstadium kan de klauw er nog goed uit zien met lichte kreupelheid. In een later stadium wordt de poot soms geheel ontlast en vallen gaten in de punt van het hoorn. Teenpuntnecrose wordt behandeld door het onder verdoving amputeren van een (deel van) de klauw. Hier worden goede resultaten mee gehaald en zo wordt de koe voor het bedrijf behouden. Raadpleeg uw dierenarts voor meer informatie hierover.
Tussenklauwontsteking is een ontsteking van het weefsel van de tussenklauwspleet. Tussenklauwontsteking ontstaat altijd door een beschadiging, een wondje, door bijvoorbeeld steentjes, zaagselsplinters of slechte loopvlakken. De ontsteking wordt vervolgens veroorzaakt door bacteriën. Dit zijn bacteriën die afsterving van het weefsel veroorzaken.
Tussenklauwontsteking veroorzaakt een plotselinge, heftige kreupelheid, een opzwelling onder de bijklauwen en een rode warme zwelling rondom de klauwen. Koeien met tussenklauwontsteking kunnen koorts hebben en verlies van eetlust. Zonder behandeling ontwikkelt de ontsteking zich in necrose (afsterving van weefsel), die zich kan uitbreiden naar de aangrenzende weefsels (waaronder zelfs het bot van de klauw), wat kan leiden tot een chronische gewrichtsontsteking.
Bij tussenklauwontsteking is het van groot belang om de koe snel te behandelen om de vorming van een tyloom en het nog verder “opkruipen” van de ontsteking te voorkomen. Indien is vastgesteld dat het om tussenklauwontsteking gaat, is het gebruik van antibiotica noodzakelijk. Ook is het bevorderlijk om de harde hoornranden in de tussenklauwspleet te verwijderen.
Om tussenklauwontsteking te voorkomen zorgt u voor een gunstig stalklimaat, schone, degelijke loopvlakken (geen kans op beschadigingen van buitenaf) en regelmatig gebruik van voetbaden. Laat dieren die tussenklauwontsteking of andere open wonden aan de klauwen hebben niet door het voetbad lopen, omdat bijvoorbeeld de gebruikte formaline het genezingsproces tegenwerkt. Ook een goed rantsoen draagt in het algemeen bij aan het voorkomen van tussenklauwontsteking en andere klauwaandoeningen.
De tyloom is een woekering in de tussenklauwhuid en veroorzaakt door een chronische irritatie van de huid. De primaire oorzaak zou een tussenklauwontsteking kunnen zijn, maar ook een chronische infectie met Mortellaro. Deskundig bekappen zorgt ervoor dat een koe goed op haar klauwen staat en helpt om een tyloom te voorkomen. Deskundig operatief verwijderde tylomen komen niet meer terug.
De witte lijn is de verbinding tussen de zoolhoorn en de wandhoorn. Door de zachte structuur is het een kwetsbaar gebied van de klauw. Een wittelijndefect is een klauwhoornaandoening, die zich uit als bloedinkjes, verbredingen of een ontsteking (na infectie) in de witte lijn.
Ontstekingen, met een rottende lucht onder de klauw, kunnen ontstaan na beschadiging. In ernstige vorm kan er sprake zijn van een wandzweer. De defecten kunnen voorkomen in zowel de buitenste draagrand als in de binnendraagrand. De wittelijnaandoening kan ook chronisch voorkomen. De aandoening wordt gezien bij jonge en oudere melkkoeien, vooral gedurende 1-4 maanden na afkalven.
Als oorzaak voor wittelijndefecten wordt, evenals bij zoolbloedingen, het draaien op ruwe vloeren gezien. De witte lijn kan beschadigd raken door bijvoorbeeld losse stenen op het looppad naar de wei, de ketting van de mestschuif, overbezetting of korte draaipunten in de stal. Ook een verkeerd afgestemd rantsoen kan bijdragen aan het voorkomen van witte-lijndefecten, evenals een tekort aan bepaalde mineralen tijdens de droogstand.
Met vakkundig klauwbekappen kan al veel worden opgelost. Dit betekent het openleggen van de beschadiging en een klosje onder de gezonde klauw zetten. Na vier tot zes weken is de klauw dan waarschijnlijk genezen.
Zoolbloeding is een klauwhoornaandoening die zich uit als geelverkleuring en/of bloedinkjes in het zoolhoorn. Hoewel dit op bijna alle bedrijven voorkomt bij melkkoeien, beschouwen we dit toch als afwijkend. Als oorzaak voor deze aandoening moet men vooral denken aan een combinatie van voeding (veel bestendige koolhydraten), (pens)verzuring en/of een ontsteking (mastitis, baarmoederontsteking) waarbij gifstoffen worden gevormd en een harde ondergrond, waarbij de koeien (te) veel staan. Zo wordt de aandoening veel minder gezien bij dieren met rubber op de roosters en in de vrijloopstal. De aandoening wordt vooral gezien bij jonge melkkoeien gedurende 1-4 maanden na afkalven. In ernstige vorm kan de zool over een grote oppervlakte loslaten (dubbele zool).
Een zoolzweer is een klauwhoorndefect dat zich uit als een defect in de zool van de klauwen. De aandoening heeft dezelfde achtergrond als zoolbloedingen, maar zoolzweren zijn vaak het eindstadium van dit proces, waarbij een gat in de zool ontstaat. Deze pijnlijke aandoening wordt vooral gezien bij oudere melkkoeien gedurende de 2e helft van de lactatie. Voor al deze aandoeningen geldt dat langdurige toediening van biotine (maanden) zowel een preventief als een genezend effect heeft.
De oorzaak van deze aandoening moet men vooral zoeken in een combinatie van voeding (veel bestendige koolhydraten), (pens)verzuring en/of een ontsteking (mastitis, baarmoederontsteking) waarbij gifstoffen worden gevormd en een harde ondergrond, waarbij de koeien (te) veel staan. Zo wordt de aandoening veel minder gezien bij dieren met rubber op de roosters en in de vrijloopstal. Zachte klauwen zijn gevoeliger voor het ontstaan van een zoolzweer.